Michel van Leeuwen, gerechtsdeurwaarder en directeur bij Flanderijn over schuldsanering
Preventie schuldenproblematiek
Het coronavirus heeft rake klappen uitgedeeld aan onze economie, terwijl de kredietcrisis van 2008 de meeste mensen nog helder voor de geest staat. Toch kunnen we er niet omheen dat we anno 2020 opnieuw in een crisis zijn beland. Het Centraal Planbureau voorspelt voor dit jaar een bbp-daling van 6 procent. Ondanks dat de oorzaak van deze crisis compleet anders is dan die van 2008, zijn er belangrijke lessen uit de kredietcrisis en daaruit ontstane veranderingen die we nu meenemen. Zo houden we de impact van deze crisis zo laag mogelijk.
De crisis in 2008 heeft voor een fundamentele verandering gezorgd: aandacht voor het belang van klanten. Debiteurenprocessen zijn veel professioneler, efficiënter en klantvriendelijker ingericht. Bijvoorbeeld door het betaalproces te automatiseren en betalen zo makkelijk mogelijk te maken. Daarnaast staat bij betalingsachterstanden steeds vaker de klant centraal, in plaats van de niet-betaalde rekening. Hoe is deze ommekeer ontstaan? Een goed voorbeeld is te vinden bij de banken. Na de bankencrisis werden strenge eisen gesteld aan kredietverlening en de verkoop van bankproducten. Ook vanuit de autoriteiten wordt gezorgd dat het klantbelang centraal staat. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) spoort aanbieders van consumptief krediet aan om verantwoordelijkheid te nemen, door te zoeken naar een passende oplossing bij betalingsachterstanden. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) maakt zich hard voor het vergroten van weerbaarheid onder consumenten tegen oneerlijke incassopraktijken. Het resultaat? Het vooropstellen van het belang van de consument.
Klantbelang staat centraal
In tijden van laagconjunctuur was er altijd veel aandacht voor Nederlanders die het financieel moeilijk hadden. Deze aandacht verdween echter als sneeuw voor de zon op het moment dat de economie in de lift zat. In de periode na de kredietcrisis in 2008 bleef er vanuit de politiek en maatschappij veel interesse voor schuldenproblematiek. Er kwam steeds meer besef dat financiële problemen voorkomen moeten worden, in plaats van dat ze achteraf worden opgelost. Hierdoor sloegen schuldeisers, hulpverleners, incassobureaus en gerechtsdeurwaarders steeds vaker de handen ineen. Zowel voor het oplossen van financiële problemen als voor het vroegtijdig signaleren van betalingsachterstanden. In 2012 is schuldhulpverlening zelfs vastgelegd in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, die moet voorkomen dat de aandacht voor schuldhulpverlening meedeint met de economische conjunctuur. Kort geleden is deze wetgeving nog verder verscherpt met de plicht voor sommige schuldeisers om schulden al in een heel vroeg stadium bij gemeenten te melden.
Schuldhulpverlening
Door de jaren heen zijn we steeds wijzer geworden over het gedrag van mensen in relatie tot schuldhulpverlening, zowel door ervaringen uit de praktijk als door onderzoeken. Een belangrijke verkenning was die van de Wetenschappelijke Raad voor het Reguleringsbeleid (WRR). Hieruit kwamen drie conclusies: de overheid overschat de zelfredzaamheid van burgers, regels zijn te ingewikkeld en er wordt te weinig rekening gehouden met de psychologie van mensen. Dit leidde tot een paar belangrijke ontwikkelingen binnen de schuldhulpverlening, zoals het ontstaan van de Nederlandse Schuldhulproute en de landelijke campagne ‘Kom uit je schuld’. De belangrijkste boodschap? Je moet je niet schamen voor schulden, maar hulp zoeken als het nodig is. Het is natuurlijk belangrijk dat die hulp daadwerkelijk wordt geboden en daarin worden grote stappen gezet. We kunnen dus stellen dat de aandacht voor schuldhulpverlening, mede dankzij de kredietcrisis, in Nederland het afgelopen decennium behoorlijk is ontwikkeld.
De weg naar hulp
Deze belangrijke veranderingen en leermomenten maken dat we de coronacrisis heel anders zijn ingegaan dan de kredietcrisis van 2008. Zo is er meer zicht op de persoonlijk situatie van mensen met betalingsachterstanden, wat alleen maar toeneemt door nieuwe wetgeving over het vroegtijdig signaleren en melden van schulden. Daarnaast beschikken we over tal van manieren om deze mensen daadwerkelijk te helpen. De uitdaging is om ervoor te zorgen dat mensen bij de juiste hulp terechtkomen én dat bijvoorbeeld banken en overheden die nu uitstel van betaling hebben gegeven, niet in oktober eisen dat alle betalingsverplichtingen direct worden nagekomen. Indien dat het geval is, gaat de schuldencrisis, die er nu nog niet is, er wel komen. Aan schuldeisers, hulpverleners, incassobureaus en gerechtsdeurwaarders de taak om mensen met mogelijke problematische schulden tijdig te herkennen en hen te begeleiden richting de juiste hulp. Daarnaast moeten we mensen stimuleren om hulp te zoeken, door schaamte rondom schuld weg te nemen. Denk bijvoorbeeld aan de campagne ‘Kom uit je schuld’, waar mogelijk nieuw leven in wordt geblazen en wordt gebruikt om de belangrijke doelgroep van zelfstanden, flexwerkers en uitwonende studenten te benaderen. Want op dit moment is het aantal aanmeldingen bij schuldhulpverlening historisch laag, terwijl bekend is dat veel zelfstandigen, flexwerkers en uitwonende studenten in de financiële problemen zijn geraakt of van hun laatste financiële reserves leven. Pas als mensen daadwerkelijk passende hulp krijgen, zijn we in staat om de impact van de coronacrisis te beperken.